UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE WIEROOK

Wierookkegels en het conventionele explosieve zwartkruit hebben vergelijkbare basiscomponenten, maar in een heel andere concentratie. Hoogwaardig houtskool dat gemakkelijk ontvlambaar is als brandstof en salpeterzuur als katalysator voor het verbrandingsproces. Daarnaast zitten er allerlei kruiden, harsen en geuroliën in de wierookkegels. Veel van de geurstoffen hadden in de ogen van de Romeinen een geneeskrachtige werking en de verkopers ervan waren artsen en apothekers. 

De technische revolutie van de 19e eeuw dreef letterlijk de stoommachine aan, die op zijn beurt de kolen aandreef, die in het vuur verbrandden en rook en roet voortbrachten. Vuur, rook en stoom werden synoniem met het nieuwe "technische tijdperk" met zijn locomotieven en stoomwagens, zijn stoomboten en de toename van het werk- en levenstempo. 

"Therapeutisch roken" tegen allerlei ziekten speelde in de 18e eeuw een grote rol in de geneeskunde. Het indammen van ziekten en epidemieën met rook was mede gebaseerd op de overtuiging dat de ziekteverwekkende stoffen in de lucht zaten en gepaard gingen met slechte geuren. Door de laatsten te verdrijven door te roken of te vervangen door geur, dacht men dat ook het risico op infectie was afgewend. 

Rook: Lichter dan lucht, het verbindt aarde en lucht, mensen en goden. De rook stijgt op en verbindt het beneden met het boven.
Moest dat de rook niet geschikt maken om het leven van mensen in mystieke zin te beïnvloeden? 
De rook van de kachel en het huis betekende gastvrijheid, warmte en een thuisgevoel. 
De opstijgende rook signaleerde van een afstand dat men spoedig thuis zou zijn. 
Arbeiders en ambachtslieden rookten hun pijpen terwijl ze aan het werk waren. 
Zelfs thuiswerkers en speelgoedmakers waren "onder stoom".
Tabaksconsumptie onderdrukt naar verluidt immers ook de honger.

"De Bijbel vergelijkt het menselijk leven om verschillende redenen met roken:
(excuses voor de gezwollen taal; is oude tekst) 

1. Vanwege de ontsteking. Het vuur, wanneer het zijn kracht uitdrukt in hout, stro of struik, zodat het ontsteekt en brandt, is er rook en stoom. Omdat Gods woede ontstoken was over de val van onze eerste ouders, viel hij het leven van de mens aan, er was rook en een snelle heenreis, zoals Mozes zegt: Dat maakt je woedend, dat we zo vergaan... 

2. Vanwege de stijging en uitbreiding. Als bijvoorbeeld de kuiper een ton maakt, de rook zich opstapelt, een hele steeg vult, stijgt op in de lucht en doet alsof ze iets groots is: Dus het leven van de mens stijgt hoger en hoger, en sommigen komen zelfs bijna over de rand ... maar kijk, alsof de rook niet vast is, maar alleen een damp, zo is het leven van de mens ook: het stijgt zo hoog als hij wil, dus hij is niets anders dan ijdelheid... 

3. Vanwege de verdwijning. Als de rook op zijn hoogst is gestegen en zich wijd heeft verspreid, wordt hij door de wind verspreid dat je er niets meer van kunt zien in een notendop: Dus ga met een persoon mee, als het lijkt alsof hij tot het hoogste is gekomen voor hem, zo is het over met hem... 

4. Vanwege de droogte. Wat er ook met rook wordt gerookt, het verliest alle vocht en wordt volledig droog en dor, daarom hebben mensen de neiging om vis en vlees in rook te hangen, dan wordt het dor en hard genoeg: Dus wanneer het leven van mensen op hogere leeftijd stijgt, als het erg droog wordt, verdort de kracht van het lichaam, er is gerammel, zoals je kunt zien bij oude mensen ... 

5. Door het bijten en oogletsel. Rook bijt in de ogen, zodat ze vaak overlopen: Dus het leven van de mens is vol zwoegen en ellende, die ons plaagt en bijt, zodat onze ogen vaak overlopen en we hete tranen vergieten ... En zo is het zal het zwoegen van het menselijk leven uitwerken onder de gelijkenis van rook." 
Zedler, 1741

Bron: Website KNOX